Sinds het woonzorgcentrum Karel Picqué te Deinze het zelfroosteren geïmplementeerd heeft merken de medewerkers dat hun werk- en privébalans verbeterd is. Ook de bewoners merken dit, en zien dat de medewerkers meer betrokken zijn en met meer enthousiasme naar hun werk toe gaan.
Één van de grote problemen in de zorg is de hoge werkdruk. Dit zorgt ervoor dat bij veel medewerkers in de zorg de werk- en privébalans niet optimaal is. Daarom heeft woonzorgcentrum Karel Picqué in Deinze ervoor gekozen om de medewerkers te laten zelfroosteren. Op deze manier kunnen de medewerkers voor een groot deel zelf bepalen wanneer ze werken. Door de toegenomen invloed op het rooster zijn de medewerkers meer betrokken en is hun welzijn bevorderd. Dit merken ook de bewoners van Karel Picqué.
Voor de hoofdverpleegkunde was het zelfroosteren ook een enorme oplossing. De hoofdverpleegkundige was voor de implementatie van het zelfroosteren veel tijd kwijt aan het maken van de cyclische uurroosters. Zorgen dat er voldoende medewerkers aanwezig zijn, maar ook rekening houden met de wensen van de individuele medewerkers was een ingewikkelde klus. Ook dagelijks veranderde er weer veel aan de roosters, door bijvoorbeeld ziekmeldingen. Zo bleef er uiteindelijk nog maar weinig over van de initiële roosters.
Koen Dierick, Algemeen directeur woonzorg: “We waren op zoek naar een manier om personeel op een gezonde en flexibele manier te plannen. Waarbij iedereen evenveel inspraak en mogelijkheden heeft om een eerlijk en evenwichtig uurrooster te verkrijgen. En waarbij mensen vooral effectief aanwezig zijn wanneer dat voor de zorg nodig is. Zo kwamen we toevallig op een studiedag terecht (DOT-zorg) en maakten we kennis met het zelfroosteren.”
Uiteindelijk blijft voor het WZC het belangrijkste dat op ieder moment het juiste aantal medewerkers aanwezig is. Het WZC heeft er ook voor gezorgd dat er binnen de zorg geen verschil is tussen week- en weekenddagen. Maar door middel van het zelfroosteren kunnen de medewerkers wel grotendeels zelf bepalen, nadat de bezettingseisen zijn doorgegeven, wanneer ze willen werken. Het zelfroosteren is ingericht in verschillende fasen, zodat ervoor gezorgd wordt dat iedereen een eerlijk rooster krijgt. Uiteindelijk zal de hoofdverpleegkundige het definitieve rooster publiceren, en de hoofdverpleegkundige blijft eindeverantwoordelijk over het rooster. Maar volgens de hoofdverpleegkundigen wordt het meeste werk nu gedaan door de medewerkers, en zij werken meestal tussen de 80 tot 90% van de diensten die ze zelf ingeroosterd hadden.
“De grootste wijziging zit hem in de visie, men kijkt nu naar wanneer men wil komen werken, terwijl vroeger vooral gekeken werd wanneer men zeker thuis wilde zijn. Door het feit dat de medewerkers zelf meer inspraak hebben in hun werktijden merken we, bij het bevragen, dat ze liever naar het werk komen. Dit enthousiasme trekt zich door op de werkvloer en hierdoor ook naar de bewoners toe. Want gelukkige personeelsleden zorgen voor gelukkige bewoners”, aldus Koen Dierick.